Om beter te begrijpen hoe de gezondheid wordt beïnvloed en om ervoor te zorgen dat je de juiste acties kunt ontwikkelen om er invloed op te hebben, is het belangrijk de lichamelijke activiteit goed te meten. Het invullen van een vragenlijst of het bijhouden van een dagboek werkt niet goed omdat men zich (achteraf) vaak de activiteiten slecht herinnert of omdat men sociaal wenselijke antwoorden geeft. Het gebruik van een draagbaar meetapparaat (wearable), zoals een bewegingsmeter, kan dit probleem verkleinen. Steeds meer ouderen hebben een smartphone die ook automatisch stappen en bewegingen registreert via apps als Apple Health of Google Fit.
Hoe kunnen onderzoekers nu bijvoorbeeld deze gegevens gebruiken om de gezondheid van mensen te meten? Dit werd onderzocht met behulp van het LISS panel. In 2024 vulden 2086 LISS panelleden van 50 jaar en ouder een vragenlijst in. Aan degenen die in het bezit waren van een smartphone (iPhone of Android) werd gevraagd of ze hun automatisch verzamelde bewegingsgegevens wilden downloaden via Apple Health, Google Location History of Samsung Health, en deze data te delen. Door deze vorm van datadonatie krijgen onderzoekers preciezere gezondheidsgegevens én deelnemers bepalen zelf welke informatie ze delen.
Werken mensen mee aan deze vorm van datadonatie?
Er waren drie hoofdvragen in het onderzoek:
- Willen ouderen hun bewegingsdata doneren en lukt dat ook?
- Wat speelt een rol in de verschillende fasen van het meedoen?
- Welke vormen van vertekening (bias) kunnen optreden als mensen vrijwillig meedoen?
Resultaat: één op de acht levert data aan
Van de 2086 respondenten hadden 1889 personen (91%) een geschikte smartphone. Daarvan gaf 29% (606 personen) aan data te willen doneren. 17% (354 personen) begon met het donatieproces, en uiteindelijk leverde 12% (256 personen) ook echt een databestand aan.
Achtergrondkenmerken zoals geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, inkomen, smartphonegebruik, opvattingen over privacy, en het vertrouwen en het type gezondheidsapp speelden een rol of men meedeed of niet.
De belangrijkste redenen om niet mee te doen waren technische problemen die men verwachtte, zorgen over privacy en twijfel over het nut van het meedoen.
In vergelijking met alle deelnemers aan het onderzoek, hadden de deelnemers die hun data deelden een betere gezondheid, minder beperkingen in het dagelijks leven en meer lichamelijke activiteit.
Conclusie en gevolgen
De studie heeft laten zien dat het technisch en praktisch haalbaar is om gegevens over lichamelijke activiteit door datadonatie te verzamelen onder een groep oudere volwassenen. Toch blijven er beperkingen: meedoen hangt sterk af van iemands digitale vaardigheden en het hebben van een geschikte smartphone. Hierdoor kan een vertekening in de resultaten ontstaan. Datadonatie kan een waardevolle aanvulling zijn op traditionele meetmethoden (zoals het invullen van een vragenlijst), maar dan moet wel in het achterhoofd worden gehouden dat niet iedereen kan of wil meedoen en dat er technische drempels zijn. Om bereidheid om gegevens te delen en daarmee de betrouwbaarheid van toekomstig gezondheidsonderzoek te verbeteren moet het proces eenvoudiger worden gemaakt en moet er duidelijk worden gecommuniceerd over privacy en het nut.
Bron: Data Donation as a Method to Measure Physical Activity in Older Adults: Cross-Sectional Web Survey Assessing Consent Rates, Donation Success, and Bias. Auteurs: Florian Keusch, Bella Struminskaya, Joris Mulder en Stein Jongerius, Journal of Medical Internet Research, vol. 27, 2025.